4 tips om beter te sprinten
wat is sprinten?
Sprinten is een vorm van lichaamsbeweging die is gericht op paslengte, pasfrequentie en algehele sprintmechanica. Over het algemeen beweegt een sporter sneller tijdens het sprinten dan tijdens het traditionele hardlopen. Sprinttrainingen zijn ook een uitstekende vorm van cardio- en anaërobe training die tal van gezondheidsvoordelen hebben.
4 tips voor een goede sprinthouding
Een sprinter concentreert zich op zijn loophouding, denkend aan beweging, contacttijd, voetsnelheid, topsnelheid en algehele sprinttechniek. Het is belangrijk om te sprinten in de goede houding vorm, omdat je blessures kunt oplopen als je sprint met een slechte biomechanica. Zorg daarnaast altijd voor een goede warming-up. Hier zijn enkele overwegingen voor een betere sprinthouding:
- Houd je knieën hoog. Je wilt dat je voeten de grond raken direct onder het midden van je lichaamszwaartepunt, dat zich precies rond je heupen bevindt. Door je knieën hoog op te tillen, vergroot je je kracht en verhoog je je maximale snelheid.
- Leun licht naar voren. U wilt uw bovenlichaam zo positioneren dat u iets naar voren leunt. Ontspan ook je schouders.
- Maak stevig contact met de grond. Wanneer je grondcontact maakt, wil je dat je benen zo verticaal mogelijk zijn, bijna alsof je aan het marcheren bent. Dit geeft je een goede voetpositie voor krachtproductie - met andere woorden, de kracht die je achter elke stap kunt zetten. Je wilt hard de grond raken, efficiënt doorzetten en dan snel terugveren. Hoe hoger de kracht op de grond met je voeten, hoe sneller je sprint.
- Oefen efficiënte armbewegingen. Beweeg je armen naar voren en naar achteren met je pas, niet naar buiten of naar binnen in de richting van je centrum om te helpen met momentum terwijl je door je versnellingsfase gaat. Let hierbij vooral op je elleboog.